2024060
0.6900 Ha
Klei
Gras
C6
Vragen over dit object?
Voor inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met de afdeling Grondzaken van de provincie Noord-Holland. Zij zijn bereikbaar op nummer 023-5144122
Vragen over Pachtgrond.nu?
Algemeen
In pacht aangeboden object Grasland, nabij Keverdijk te Weesp.
Kadastrale gegevens/voorvrucht
Burgelijke gemeente | Perceel | Oppervlakte (ha) | Voorvrucht | Straat |
---|---|---|---|---|
Weesp | P8 WEE02G 373 | 0.0600 | Gras | Keverdijk |
Weesp | P8 WEE02G 407 | 0.6300 | Gras | Keverdijk |
Totaal oppervlakte 0.6900 Ha
Grondsoort
De grondsoort bestaat uit Klei.
Type gebruik
Het object dient als Grasland te worden gebruikt.
Pachtperiode
De grond wordt in geliberaliseerde pacht aangeboden voor een periode van 10 maanden, ingaande op 1 januari 2024 en lopende tot 1 november 2024.
Aanvaarding
Het pachtobject ontvangt u in de staat waarin het object zich bevindt ten tijde van de ingangsdatum van de pachtovereenkomst. Pachter aanvaardt het object inclusief eventuele ziekten en/of aaltjes of anderszins.
Bijzonderheden
De volgende gebruiksvoorwaarden zijn van toepassing:
Percelen gelegen binnen NNN, N12.02, eenjarig onder 1 ha (C6)
-
Grasland
-
Indien pachter het grasland met vee wenst te beweiden, dan zal pachter deze beweiden met niet meer GVE dan toegestaan is volgens de vigerende regelgeving en overeenkomstig het hierna bepaalde. Pachter dient het grasland vrij te houden van schadelijke gewassen en onkruid en hij zal het onderhoud van het pachtobject zodanig moeten verzorgen, zoals nodig is en wordt vereist. Pachter zal het grasland op de daartoe geëigende tijdstippen, overeenkomstig goed landbouwkundig gebruik, bemesten, indien niet anders is bepaald het hierna bepaalde. Het is pachter niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verpachter grasland te scheuren, behoudens na verkregen machtiging overeenkomstig artikel 7:348 lid 2, 3 en 4 BW.
-
Fauna en kruidenrijk grasland (N12.02)
-
Het betreft grasland, de grasachtigen (monocotylen) zijn dominant, maar kruiden (dicotylen) en mossen hebben een oppervlakteaandeel van tenminste 20%. In overleg met de provincie Noord-Holland kan worden afgeweken van onderstaande voorschriften als dit de natuurontwikkeling ten dienste is. Dit gebeurt op basis van ‘Veldgids Ontwikkeling van kruidenrijk grasland’ (W. Schippers & I. Bax, 2014. Samenwerkende Uitgevers Vof.). Afwijken is echter pas na schriftelijke instemming door de provincie Noord-Holland toegestaan.
-
- In de periode 14 februari tot en met 1 juni (=rustperiode) mogen er geen veldwerkzaamheden of beweiding plaatsvinden.
-
- Na 1 juni mogen de percelen gemaaid worden, m.u.v. de slootkanten, maaien gebeurt op een zodanige wijze dat weidevogels en kruiden hiervan profiteren. In één werkgang mag maximaal 80% van het perceel gemaaid worden. Het maaisel wordt afgevoerd.
-
- Maaien vindt plaats nadat er door een deskundige is aangetoond (schriftelijke/datum) dat er geen broedende vogels en/of pullen aanwezig zijn binnen het perceel waar dit natuurbeheertype van toepassing is.
-
- Nabeweiding is toegestaan met maximaal 1,5 GVE per ha.
-
- In afwijking op het voorgaande is beweiding tijdens rustperiode toegestaan met maximaal 1,5 GVE per ha, na schriftelijke toestemming van de provincie Noord-Holland.
-
- Bemesting is niet toegestaan, bekalking in overleg.
-
- De slootkanten worden in het najaar gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd.
-
- Gebruik van bestrijdingsmiddelen is niet toegestaan.
-
- Grasland mag niet worden gescheurd, geploegd, vernieuwd of geëgaliseerd.